Asbest is de laatste jaren opnieuw een hot topic geworden in veel sectoren. Beleidsmakers zijn zich meer bewust van de risico’s die verbonden zijn aan het product en nemen stappen richting een oplossing. Zo presenteerde de Vlaamse regering vorig jaar haar asbestafbouwplan. Ook voor bodemsaneringsdeskundigen zijn er een aantal belangrijke wijzigingen. De OVAM introduceerde het ‘Stappenplan bodemonderzoek asbest’. In een aantal gevallen maakte een asbestonderzoek reeds deel uit van een oriënterend bodemonderzoek. Met het stappenplan, dat vanaf 1 april 2019 definitief van kracht is, worden de omstandigheden waarbij een asbestonderzoek moet uitgevoerd worden duidelijker omschreven.
Het stappenplan licht de verschillende stappen toe die bij de opmaak van een oriënterend bodemonderzoek moeten doorlopen worden om het asbestverdachte karakter van de bodem na te gaan. Er worden drie fases doorlopen. In de eerste fase worden de potentieel asbestverdachte zones in kaart gebracht op basis van een voorstudie met een historisch onderzoek en een terreinbezoek. In deze fase wordt gekeken naar de eventuele verontreinigingsbronnen van asbest en de daaraan gekoppelde potentiële asbestverdachte zones en bodemlagen. Zowel de nog aanwezige bronnen (bijvoorbeeld asbestdaken of gevelbekleding) als de gekende voormalige bronnen (bijvoorbeeld de vroegere productie van asbesttoepassingen) worden in beschouwing genomen. De aanwezigheid van verhardings- en puinlagen of puinhoudende bodemlagen worden eveneens beschouwd als eventuele verontreinigingsbron van asbest in de bodem. Als in fase één besloten wordt dat op het terrein mogelijk verhoogde asbestconcentraties in de bodem voorkomen, zal in de tweede fase een beperkte monsterneming uitgevoerd worden om te bepalen of er effectief verhoogde concentraties voor asbest worden waargenomen. In sommige gevallen kan de bodemsaneringsdeskundige vanuit een worst-case scenario de asbestverdachte zone als verontreinigd beschouwen. In de derde fase wordt op basis van de twee voorgaande fases geoordeeld of er al dan niet verder asbestonderzoek noodzakelijk is (d.w.z. een meer uitgebreid onderzoek). De OVAM geeft op haar website meer informatie over asbest in de bodem.
De medewerkers van GCM-A bouwden op relatief korte termijn veel praktijkervaring en theoretische kennis op i.v.m. asbestonderzoek. U kan bij ons terecht voor meer informatie of advies omtrent asbest in bodemonderzoeken.